Als klein manneke keek ik enorm op tegen mijn opa; een graag geziene man, die als hij een ruimte in kwam, er ook écht was!
En natuurlijk was ik erop gebrand om bij hem in een ‘goed blaadje’ te komen.
Zo herinner ik me dat ik mezelf af en toe wilde laten gelden, door mijn mening te geven en te laten horen wat ik van bepaalde dingen vond. Een soort zoektocht naar erkenning, naar een uitspraak als; ‘zo, dat zie je goed Patrick!’. Wat ik hoopte te vinden, kreeg ik echter zelden. Zijn reactie was vaak kritisch en in de trant van: ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’. Eigenwijs als ik was, vond ik daar natuurlijk ook weer iets van …
En juist deze woorden komen de laatste tijd steeds vaker naar boven bij me.
Sinds ik begin oktober zichtbaar ben geworden met het verlangen om meer samen te gaan werken met organisaties rondom thema’s als: samenwerking (verbinding) en communicatie, komen er nieuwe contacten op mijn pad. En als ondernemende pionier vind ik dat leuk en spannend. Ik zie deze gesprekken als een uitdaging. Nieuwsgierig vragen stellend ga ik op onderzoek uit: ‘wat is het probleem, waar willen jullie naar toe en ‘waarom’ is dat? Wat moet mijn inzet jullie uiteindelijk opleveren, wat verwachten jullie van mij, etc …’
Op zich niks mis mee, vragen stellen en luisteren.
Maar er gebeurt nog iets anders, noem het een ‘oud’ overlevingsmechanisme.
Ik voel me nodig, als degene die het komt oplossen, die iets moois komt brengen, wat anderen niet kunnen of konden oplossen. Mijn ego roept: ‘goed bezig Patrick!’ en ik voel me als het ware groter worden. En in de vragen die ik stel, zit mijn eigen(wijze) oplossingsrichting al ingesloten. Bizar, want wiens probleem ben ik nou aan het oplossen?
En deze ontdekking leert me iets.
Het gaat over: ben ik bij mezelf of ben ik bij de ander? Ben ik werkelijk bij de ander?
Over wie of wat gaat het hier eigenlijk?
‘Samen werken vanuit je hart’ betekent voor mij: ‘de bereidheid hebben om mezelf, in het contact met anderen en relaties die ik aan ga, telkens ter discussie te stellen. Gaat deze behoefte, dit oordeel of deze emotie (frustratie), over mezelf óf gaat dit over de ander?
Met andere woorden: hoe raakt, wat zich nu voor doet, mijn eigen persoonlijke thema’s (gezien worden, erkenning krijgen) en hoe heeft dat invloed op mijn relatie met die ander? In de praktijk komt dit neer op: open en eerlijk zijn over wat ik voel, mijn eigen belang uitschakelen en de échte dialoog aan gaan: zijn bij de angst of onzekerheid van de ander. Wat ik zie en waarneem benoemen en in de feedback aan geven wat dit met mij doet.
Zowaar een stevige ‘klus’, want wat ik dan tegen kom, is:
• Risico op afwijzing, niet iedereen zit op deze feedback te wachten; vervelend want ik wil die opdracht wel hebben;
• Oordeel van anderen; niet fijn, want ik wil wel graag aardig of goed gevonden worden;
• Omgaan met druk/stress; keuzes maken, betekent ook afscheid nemen van het oude; dilemma: ‘de schoorsteen moet wel roken’.
En op momenten is daar ook weer de ‘escape’. Ik zeg natuurlijk lang niet altijd wat ik voel, omdat ik niet de moed heb óf omdat het moment ineens voorbij is; een gevoel van falen, pijnlijke bewustwording achteraf; auw!
Mezelf werkelijk verbinden aan nieuwe doelen en mensen, waarin ik betekenis wil geven aan mezelf, is a ‘tough case’. Dat maakt ‘samen werken vanuit mijn hart’ daarmee (dus) ook ‘hard’ werken, experimenteren, leren en risico nemen!
En weet hebben van waar ik voor sta en wat ik te doen heb.
Verbeter de wereld begin bij … de ander.
Want als je met je hart bij de ander bent, kom je uiteindelijk weer bij jezelf terecht. En dan kom je pas écht bij de ander!
Patrick Stalpers
‘All the tendencies present in the outer world are to be found in the world of our body. If we could change ourselves, the tendencies in the world would also change. As a man changes his own nature, so does the attitude of the world change towards him. This is the divine mystery supreme. A wonderful thing it is and the source of our happiness. We need not wait to see what others do.’ Mahatma Gandhi